Door WSW (William Smith Williams)
Scène 1
*(Ghost of Christmas Present brengt Scrooge naar het huis van zijn neef)*
Neef: Goedenavond, oom! Welke wind brengt jou hier?
Schrooge: Waarom, ik-eh-
Geest: O, probeer het niet te ontkennen! Deze man houdt van Kerstmis! Hij leeft voor Kerstmis! Hij wil liever elke dag van het jaar Kerstmis!
Schrooge: Bah, humbug! Kerstmis is een humbug! Niemand heeft nog geld voor Kerstmis. Wat is Kerstmis voor een failliet? Wie kan cadeautjes kopen als hij geen geld heeft?
Neef: Hoe kun je zulke dingen zeggen? Als ik zo rijk was als jij, zou ik de hele Strand inhuren om de armen van Londen te vermaken!
Schrooge: De Strand huren? De Strand huren? The Strand huren voor paupers? Wat is het nut van de Strand? Vertel eens, wat doet het voor jou, deze prachtige Strand van jou?
Neef: Voor mij? Wel, ik weet het niet, het heeft alles in zich! Je gaat langs en er zijn winkels aan beide kanten, vol met alles wat je maar kunt bedenken:laarzen, kleding, speelgoed, cadeautjes, alles! En op kerstavond is het zo helder met alle lichtjes en versierde ramen:het is zelfs beter dan kerstochtend!
Schrooge: Beter dan kerstochtend? Beter dan – waarom, het idee is volkomen belachelijk! Hoe kom je aan cadeautjes als je op kerstochtend niet opstaat?
Neef: Wel, ik weet het niet, ze komen natuurlijk door de schoorsteen!
Geest: Oh, wat lacht de geest van Christmas Future je uit omdat je dat zegt!
Neef: Wat? Waar lacht hij om?
Geest: Want jouw cadeaus komen op kerstochtend niet door de schoorsteen. En bovendien:als je niet oppast, heb je op kerstochtend niets onder je dak!
Schrooge: Wat? Wat bedoel je?
Geest: Ik bedoel dat je een arme man zult zijn, en dat je geen vrienden zult hebben, en dat niemand voor je zal zorgen, en dat je alleen en vergeten zult sterven.