* Wie is daar?
* Dwayne.
* Dwayne wie?
* Dwayne de badkuip, ik verdrink!
2. Waarom verbrandde de hipster zijn mond?
* Omdat hij zijn koffie dronk voordat het koud was.
3. Hoe noem je een koe zonder poten?
* Rundergehakt.
4. Wat zei de ene muur tegen de andere muur?
* Ontmoet je op de hoek.
5. Hoe noem je een hert zonder ogen?
* Geen idee.
6. Waarom at de leerling zijn huiswerk op?
* Omdat de leraar hem vertelde dat het een fluitje van een cent was.
7. Waarom was het wiskundeboek verdrietig?
* Omdat er te veel problemen waren.
8. Waarom droeg de golfer twee broeken?
* Voor het geval hij een hole-in-one krijgt.
9. Hoe noem je een boemerang die niet terugkomt?
* Een stok.
10. Waarom werd de tomaat rood?
* Het zag de saladedressing.