Een ander voorbeeld van Shakespeares gebruik van ‘vurig’ is te vinden in Macbeth. Wanneer Macbeth de geest van Banquo ziet, zegt hij:'Prithee, zie daar! Zie! kijk! zie! hoe zeg je dat? Wat kan mij dat schelen? Als jij kunt knikken, spreek dan ook. Degenen die we terugbegraven, onze monumenten zullen de muilen van vliegers zijn." In deze context wordt 'vurig' gebruikt om de intense angst en afschuw te beschrijven die Macbeth voelt.
Bovendien gebruikt Shakespeare 'vurig' om iets te beschrijven dat helder of stralend is. In A Midsummer Night's Dream schrijft hij bijvoorbeeld:'En ginds straalt de voorbode van Aurora; bij wiens nadering geesten, hier en daar ronddwalend, naar huis gaan naar kerkhoven; allemaal verdoemde geesten, die op kruispunten en overstromingen begraven worden, al naar hun De wormachtige bedden zijn verdwenen; uit angst dat de dag hun schande zou aanschouwen, verbannen ze zichzelf moedwillig uit het licht en moeten ze zich bezighouden met de nacht met zwarte wenkbrauwen. In deze context wordt ‘vurig’ gebruikt om het heldere licht van de zon te beschrijven.
Over het geheel genomen gebruikt Shakespeare het woord 'vurig' om een breed scala aan dingen te beschrijven, waaronder passie, intensiteit, energie, helderheid en uitstraling.