* Buiklach :Een diepe, hartelijke lach die uit het middenrif komt.
* Grinniken :Een zachte, rustige lach.
* Giechel :Een hoge, vaak meisjesachtige lach.
* Geflach :Een luide, onstuimige lach.
* Hysterische lach :Een lach die zo oncontroleerbaar is dat het grenst aan hysterie.
* Lachgaslach :Een hoge, oncontroleerbare lach die wordt veroorzaakt door het inademen van lachgas.
* Sarcastische lach :Een lach die spottend of beledigend bedoeld is.
* Snik er:Een stille, gedempte lach.
* Titters :Een reeks hoge, vaak meisjesachtige lachjes.
* Bah :Een lage, keelachtige lach die vaak wordt gebruikt om walging te uiten.