1. Hoe noem je een sneeuwpop met een sixpack? Een buiksneeuwman.
2. Waarom keek de sneeuwpop door de wortels? Hij peuterde in zijn neus.
3. Wat krijg je als je een boos schaap en een sneeuwpop kruist? Een bah-humbug.
4. Waarom was de sneeuwman verdrietig? Hij was al zijn knoppen kwijt.
5. Waarom stopte de vrouw haar winterkleren in de vriezer? Omdat ze wilde ontspannen.
6. Hoe noem je een groep pinguïns die gaan skiën? Een waggelen van skiërs.
7. Waarom is de sneeuwpop verdwaald? Omdat hij geen kaart had.
8. Hoe noem je een sneeuwpop met een mes? Een steek in de sneeuw.
9. Hoe noem je een sneeuwpop die smelt? Een plas.
10. Waarom huilde de sneeuwpop? Omdat hij een meltdown had.