- Ironische uitspraken :Wanneer de verteller het weer bijvoorbeeld beschrijft als 'helder en zonnig', wordt dit onmiddellijk ondermijnd door de volgende zin:'en het was donker als middernacht op een bewolkte winternacht.'
- Speels gebruik van metaforen en woordspelingen :Bijvoorbeeld wanneer de hoofdpersoon wordt beschreven als 'zo gek als een hoedenmaker', of wanneer het weer wordt beschreven als 'zo heet als een oven'.
- Overdreven taalgebruik :Vaak zijn de beschrijvingen en acties overdreven en dwaas, zoals wanneer de verteller beschrijft dat de hond 'over de daken springt, als een gestoorde superheld'.
- Gevatte dialoog :De woorden van de personages zijn humoristisch, met grapjes en sarcasme.
Over het geheel genomen zorgt het liberale gebruik van ironisch en speels taalgebruik in de hele tekst voor een geestig en vermakelijk gevoel.