1. Storyboarding en ontwerp:
* Storyboarding: Net als vandaag zouden animators eerst een storyboard maken, dat een reeks tekeningen was met de belangrijkste scènes en acties van de animatie. Dit hielp om de stroom van het verhaal te visualiseren en de timing van de animatie vast te stellen.
* Karakter- en instellingsontwerp: Animators zouden de personages en omgevingen dan in detail ontwerpen. Deze ontwerpen werden vaak op papier getekend.
2. Cel -animatie:
* cels: "Cels" waren transparante vellen van celluloidacetaat waarop animators zouden putten. Elke CEL zou een enkel frame van de animatie weergeven.
* Meerdere Cels: Voor scènes met complexe achtergronden of meerdere tekens zouden animators Cels op elkaar stapelen, waardoor een gelaagd effect ontstaat.
* Tekenen van elk frame: Animators moesten elk frame van de animatie zorgvuldig tekenen, vaak kleine variaties tekenen om de illusie van beweging te creëren. Dit omvatte het tekenen van het personage in meerdere poses voor elke beweging, en de achtergrond- en voorgrondelementen zouden ook moeten worden aangepast voor soepele overgangen.
3. Rotoscoping (optioneel):
* Live-Action Reference: Sommige animators zouden rotoscoping gebruiken, een techniek waarbij ze live-action-beelden zouden volgen om meer realistische beweging te creëren. Dit was vooral nuttig voor complexe acties of scènes met menselijke karakters.
4. Inkt en verf:
* inkt en verf: Nadat de Cels waren getrokken, werden ze geïnkt om strakke lijnen te maken en vervolgens nauwgezet geschilderd met de gewenste kleuren.
5. Camerawerk en timing:
* Camerawerk: Animators zouden vervolgens de CELS in volgorde monteren, met behulp van een speciale camera die is ontworpen voor animatie. De camera zou elk frame afzonderlijk vastleggen en een strook film creëren.
* timing: De animators controleerden zorgvuldig de snelheid waarmee de film werd blootgesteld om de gewenste animatiesnelheid te creëren.
6. Geluid en muziek:
* Geluidseffecten en muziek: Geluidseffecten en muziek werden vaak afzonderlijk toegevoegd, met geluidseditors die de audio zorgvuldig synchroniseren met de visuals.
Het arbeidsintensieve proces:
Dit hele proces was extreem tijdrovend en vereiste veel vaardigheid en geduld. Een enkele minuut animatiefilm kan duizenden individuele handgetekende frames vereisen.
Enkele vroege voorbeelden:
* "Fantasia" (1940): Deze klassieke Disney -film is een goed voorbeeld van de kunstenaarschap en technische vaardigheden die betrokken zijn bij traditionele CEL -animatie.
* "Sneeuwwitje en de zeven dwergen" (1937): Nog een vroege Disney -meesterwerk, deze film verlegde destijds de grenzen van animatie.
De komst van computers en digitale animatie heeft het animatieproces aanzienlijk veranderd. De erfenis van traditionele CEL -animatie leeft echter voort in het kunstenaarschap en het vakmanschap van die vroege pioniers.