1. Dubbelzinnigheid en onzekerheid: Sophocles creëert op meesterlijke wijze een sfeer van ambiguïteit en onzekerheid gedurende het hele stuk. De waarheid over de afkomst en het verleden van Oedipus wordt geleidelijk onthuld, waardoor het publiek blijft gissen en zich afvragen wat de uiteindelijke uitkomst zal zijn. Deze onzekerheid verhoogt de spanning en zorgt ervoor dat het publiek reikhalzend uitkijkt naar de oplossing van het plot.
2. Dramatische ironie: Sophocles maakt met veel succes gebruik van dramatische ironie, waarbij het publiek bepaalde cruciale informatie kent waarvan de personages zelf niet op de hoogte zijn. Naarmate het publiek meer te weten komt over het verleden van Oedipus en zijn daden, stijgt de spanning terwijl ze anticiperen op het moment waarop Oedipus de waarheid zal ontdekken en de gevolgen van zijn daden onder ogen zal zien.
3. Hoogtepunten: Het stuk bouwt op naar verschillende climaxmomenten die de spanning vergroten. De confrontatie tussen Oedipus en Teiresias, de onthulling van de waarheid door de bekentenis van Jocasta en de slotscène waarin Oedipus zichzelf verblindt, zijn allemaal krachtige en spannende momenten die het publiek op het puntje van hun stoel houden.
4. Karaktercomplexiteit: De personages in het stuk zijn complex en multidimensionaal, vooral Oedipus zelf. Zijn tragische tekortkoming, zijn zoektocht naar de waarheid en zijn uiteindelijke val zorgen ervoor dat het publiek zich met hem inleeft, terwijl hij zich tegelijkertijd geschokt voelt door zijn daden. Deze emotionele complexiteit voegt diepte toe aan de spanning, terwijl het publiek wordt verscheurd tussen hun verlangen naar gerechtigheid en hun medelijden met Oedipus.
5. Tempo en structuur: Sophocles laat het stuk zorgvuldig op gang komen, waarbij de spanning geleidelijk wordt opgebouwd en vervolgens wordt losgelaten via momenten van groot drama. De structuur van het stuk, met zijn wendingen, draagt ook bij aan de algehele spanning, waardoor het publiek onzeker blijft over hoe het verhaal uiteindelijk zal verlopen.
Over het geheel genomen zorgen Sophocles' bekwame verhalenvertelling, gebruik van dramatische ironie, complexe karakters en goed gestructureerde plot ervoor dat hij de spanning gedurende het hele stuk effectief kan vasthouden, waardoor het publiek tot het einde geboeid blijft.