- Juffrouw Phatuphat was een grote en indrukwekkende vrouw die een kruidenierswinkel had.
- Ze had de reputatie streng te zijn tegenover haar klanten, maar ze stond ook bekend om haar vriendelijkheid en vrijgevigheid.
- Op een dag kwam een arme vrouw haar winkel binnen en vroeg om krediet. Juffrouw Phatuphat weigerde, maar gaf de vrouw in plaats daarvan een mand met eten.
- De vrouw was zo dankbaar dat ze beloofde juffrouw Phatuphat zo snel mogelijk terug te betalen.
- De volgende dag kwam de vrouw terug naar de winkel met een grote zak geld. Ze vertelde juffrouw Phatuphat dat ze de loterij had gewonnen en haar vriendelijkheid wilde terugbetalen.
- Juffrouw Phatuphat was dolgelukkig. Ze omhelsde de vrouw en vertelde haar dat ze trots op haar was.
- Vanaf dat moment stond juffrouw Phatuphat bekend als een genereuze en goedhartige vrouw die altijd bereid was mensen in nood te helpen.