* Ze vreest de straf van God. Lady Macbeth is een diep religieuze vrouw en ze gelooft dat ze in het hiernamaals voor haar zonden zal worden gestraft. Deze angst komt duidelijk tot uiting in haar veelvuldige verwijzingen naar hel en verdoemenis.
* Ze vreest het verlies van haar geestelijke gezondheid. Lady Macbeth is zich ervan bewust dat haar daden een negatieve invloed hebben op haar geestelijke gezondheid, en ze is bang dat ze uiteindelijk gek zal worden. Deze angst komt duidelijk tot uiting in haar slaapwandelen en haar hallucinaties.
* Ze is bang voor het verlies van de liefde van haar man. Lady Macbeth weet dat haar man diep getroffen is door zijn schuldgevoel, en ze vreest dat hij haar uiteindelijk zal gaan haten vanwege haar rol in zijn misdaden. Deze angst komt duidelijk naar voren in haar pogingen om hem te troosten en gerust te stellen.
* Ze vreest het verlies van haar reputatie. Lady Macbeth is een trotse vrouw en ze maakt zich zorgen over hoe haar daden door anderen zullen worden waargenomen. Ze vreest dat ze als een monster zal worden gezien en dat haar reputatie voor altijd zal worden aangetast.
Deze angsten drijven Lady Macbeth uiteindelijk tot haar dood. Ze kan niet leven met de schuld van haar misdaden en de angst voor de gevolgen, en uiteindelijk neemt ze zelfmoord.