Caribisch drama onderzoekt vaak historische, sociale, politieke en culturele kwesties die relevant zijn voor de regio. Het maakt gebruik van verschillende artistieke vormen, waaronder dans, muziek, verhalen vertellen en visuele elementen, om verhalen en boodschappen over te brengen. Caribisch drama behandelt vaak thema's als identiteit, kolonialisme, postkolonialisme, ras, klasse, geslacht en de strijd waarmee Caribische samenlevingen worden geconfronteerd.
Enkele opmerkelijke voorbeelden van Caribisch drama zijn onder meer:
- "The Emperor Jones" (1920) door Eugene O'Neill:Dit stuk speelt zich af in het Caribisch gebied en vertelt het verhaal van een voormalige Pullman-portier die keizer wordt van een klein eiland en zijn angsten en innerlijke demonen moet confronteren.
- "An Echo in the Bone" (1990) door Dennis Scott:Scott's toneelstuk, een Jamaicaanse toneelschrijver, onderzoekt de impact van het kolonialisme en het Afrikaanse erfgoed op de Jamaicaanse identiteit.
- "Ti-Jean and His Brothers" (1986) door Derek Walcott:Walcotts toneelstuk, een toneelschrijver uit St. Lucia, is een herinterpretatie van een Caribisch volksverhaal en duikt in thema's als klassenstrijd, liefde en verraad.
- "Dancehall Queen" (1992) door Olive Senior:Senior's toneelstuk, een Jamaicaanse toneelschrijver en romanschrijver, verkent de levens en worstelingen van jonge vrouwen in de Jamaicaanse dancehall-cultuur.
Deze voorbeelden vertegenwoordigen slechts een fractie van de rijke en levendige wereld van het Caribische drama. De regio heeft talloze getalenteerde toneelschrijvers, acteurs, regisseurs en andere theaterprofessionals voortgebracht die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling en erkenning van het Caribische drama op wereldschaal.