* De corruptie van de Deense rechtbank. De Deense rechtbank is corrupt en vol intriges. Claudius is een moordenaar en een usurpator, en hij wordt gesteund door een groep corrupte hovelingen. Deze corruptie maakt het moeilijk voor Hamlet om de moord op zijn vader te wreken en de orde in Denemarken te herstellen.
* De rol van het gewone volk. Het gewone volk wordt vaak over het hoofd gezien in politieke discussies, maar speelt in Hamlet een belangrijke rol. Het gewone volk is degenen die het meest lijden onder de oorlog en de corruptie van de rechtbank. Zij zijn ook degenen die het meest waarschijnlijk een opstand tegen Claudius zullen steunen.
* De aard van macht. Het stuk onderzoekt de aard van macht en hoe deze ten goede of ten kwade kan worden gebruikt. Claudius gebruikt zijn macht om zijn onderdanen te onderdrukken en zijn eigen egoïstische ambities te bevorderen. Hamlet daarentegen gebruikt zijn macht om de moord op zijn vader te wreken en de orde in Denemarken te herstellen.
* De relatie tussen het individu en de staat. Het stuk onderzoekt ook de relatie tussen het individu en de staat. Hamlet worstelt met de vraag of hij de wetten van de staat wel of niet moet gehoorzamen. Hij worstelt ook met de vraag of hij wel of niet actie moet ondernemen om de moord op zijn vader te wreken, ook al betekent dit dat hij de wet overtreedt.
Dit zijn slechts enkele van de politieke kwesties die in Hamlet aan bod komen. Het stuk is een complex en veelzijdig literair werk en biedt een diepgaande en genuanceerde verkenning van het politieke landschap van het begin van de 17e eeuw.