Grieks drama
*Ontstaan in het oude Griekenland rond de 6e eeuw voor Christus.
* Uitgevoerd in amfitheaters in de open lucht.
* Gebruikte maskers, kostuums en uitgebreide decors.
* Gericht op thema's als liefde, eer, wraak en tragedie.
* Vaak aanbevolen goden en godinnen als karakters.
* Had een sterke nadruk op muziek en dans.
Filippijns drama
* Heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot de prekoloniale tijd.
* Bevat elementen van de inheemse Filippijnse cultuur, evenals Spaanse en Amerikaanse invloeden.
* Gebruikt een verscheidenheid aan vormen, waaronder volksspelen, religieuze toneelstukken en zarzuelas (muzikale komedies).
* Behandelt vaak sociale en politieke kwesties, zoals armoede, corruptie en mensenrechten.
* Heeft een sterke nadruk op gemeenschap en sociale interactie.
Afro-Aziatisch drama
* Omvat een breed scala aan theatrale tradities uit Afrika en Azië.
* Inclusief vormen zoals歌舞伎(Kabuki) uit Japan, Kathakali uit India en Wayang kulit uit Indonesië.
* Maakt gebruik van een verscheidenheid aan uitvoeringstechnieken, waaronder muziek, dans, acrobatiek en poppenspel.
* Bevat vaak elementen uit de mythologie, folklore en religie.
* Heeft een sterke nadruk op visueel spektakel en zintuiglijke ervaring.
Brits-Amerikaans drama
*Ontstaan in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in de 18e eeuw.
* Opgevoerd in theaters en andere binnenlocaties.
* Maakt gebruik van realistische sets en kostuums.
* Richt zich op thema's als liefde, huwelijk, familie en sociale klasse.
* Bevat vaak personages die complex en introspectief zijn.
* Heeft een sterke nadruk op dialoog en karakterontwikkeling.
Uiteraard zijn dit slechts enkele van de algemene kenmerken van elk type drama. Er is veel variatie binnen elke traditie, en er zijn ook veel overeenkomsten tussen de tradities.