Koor: Ze namen een refrein op dat commentaar gaf op de actie, context bood en collectieve emoties uitdrukte.
Mythen en legendes: Griekse drama's lieten zich vaak inspireren door mythen en legendes die bij het publiek bekend waren, waardoor de verhalen herkenbaar werden.
Tragische held: De hoofdpersoon, vaak een nobel personage met een tragische tekortkoming, ervoer een ondergang door zijn eigen daden of omstandigheden, wat leidde tot zijn tragische lot.
Het lot en het lot: Griekse drama's onderzochten thema's als het lot, goddelijke tussenkomst en de rol van het lot bij het vormgeven van mensenlevens.
Overmoed en nemesis: Het concept van hoogmoed (buitensporige trots) en nemesis (vergelding) was een veel voorkomend thema, waarbij de gevolgen van arrogantie en de noodzaak van gematigdheid werden benadrukt.
Esthetische schoonheid: Griekse drama's stonden bekend om hun poëtische taal, welsprekende toespraken en harmonieuze structuur, waaruit bleek dat er veel waardering was voor esthetische schoonheid en vakmanschap.
Educatieve waarde: Griekse drama's werden beschouwd als een belangrijk onderdeel van het onderwijs, omdat ze morele waarden bijbrachten, kritisch denken bevorderden en maatschappelijke normen versterkten.
Artistieke expressie: Griekse drama's maakten experimenten, creativiteit en de verkenning van complexe thema's mogelijk, waardoor het belangrijke kunstwerken van artistieke expressie werden.
Oorsprong in Rituelen: Sommige geleerden geloven dat Griekse drama's hun oorsprong vinden in oude religieuze rituelen en festivals ter ere van goden als Dionysus, de god van de wijn en de vruchtbaarheid.