De hele wereld is een podium,
En alle mannen en vrouwen zijn slechts spelers.
Ze hebben hun uitgangen en hun ingangen,
En één man in zijn tijd speelt vele rollen. . . .
Romeo vergelijkt het leven met een toneelstuk. Hij stelt zich de wereld voor als een theater, en mensen als acteurs die het podium betreden en verlaten en gedurende hun hele leven verschillende rollen spelen. Deze verwaandheid benadrukt het idee van het leven als een performance en suggereert dat mensen vaak maskers dragen en verschillende rollen spelen in verschillende situaties.