1. Oproep tot avontuur
A. De held krijgt een oproep om op een moeilijke reis te gaan.
2. De oproep weigeren
A. De held verzet zich aanvankelijk tegen de oproep, vaak uit angst of gevoelens van ontoereikendheid.
3. Ontmoet een mentor
A. De held ontmoet een mentor of bovennatuurlijke helper die begeleiding en advies geeft.
4. Overschrijdingsdrempel/voer onbekend in
A. De held overschrijdt een symbolische drempel naar een onbekende wereld.
5. Tests en proefversies
A. De held wordt geconfronteerd met een reeks tests of beproevingen die bedoeld zijn om zijn of haar kracht en karakter te testen.
6. Benadering van de binnenste grot
A. De held moet een krachtige angst overwinnen om het binnenste deel van de grot te bereiken.
7. Het goddelijke ontmoeten
A. De held ontmoet het object van de zoektocht, vaak een goddelijk wezen of symbool van macht.
8. Beloning
A. De held krijgt een beloning voor zijn of haar succes.
9. De weg terug
A. De held moet terugkeren naar de gewone wereld.
10. Wederopstanding/nieuw leven
A. De held wordt herboren of ondergaat een vorm van persoonlijke transformatie.
11. Retourneren met cadeau
A. De held keert terug naar de gewone wereld met een geschenk, vaak spirituele kennis of wijsheid.
Andere fasen
Naast de bovenstaande fasen kunnen andere componenten van de epische heldencyclus profetieën, een magische reis, een ongeneeslijke wond, een opoffering en een moment van twijfel of wanhoop omvatten.