• Het conflict tussen Antigone en Creon: Creon heeft bevolen dat Polynices, de broer van Antigone, niet begraven mag worden omdat hij een verrader van Thebe was. Antigone tart het bevel van Creon en begraaft Polynices, wat leidt tot haar arrestatie en uiteindelijke dood.
• Het conflict tussen Antigone en Ismene: Ismene, de zus van Antigone, dringt er bij haar op aan het bevel van Creon niet te negeren, maar Antigone weigert te luisteren. Dit conflict benadrukt het verschil tussen de persoonlijkheden van de twee zussen en hun opvattingen over plicht en loyaliteit.
• Het conflict tussen Antigone en het koor: Het koor, een groep Thebaanse oudsten, steunt aanvankelijk het besluit van Antigone om Polynices te begraven, maar later gaan ze geloven dat ze te ver is gegaan in het trotseren van Creon. Dit conflict illustreert de spanning tussen het individu en de staat, en het belang van het vinden van een evenwicht tussen beide.
• Het interne conflict binnen Antigone: Antigone wordt verscheurd tussen haar plicht tegenover haar broer en haar plicht tegenover de staat. Ze weet dat Creons bevel onrechtvaardig is, maar ze weet ook dat het tarten van hem ernstige gevolgen zal hebben. Dit interne conflict is wat het stuk vooruit stuwt en Antigone tot zo’n tragische figuur maakt.