Ik was Amelia, een Ravenklauw met een voorliefde voor boeken en een geest die vaak tussen de sterren dwaalde. Op een herfstavond, toen de zon een warme gloed wierp op het terrein van Zweinstein, nam mijn leven een onverwachte wending. Ik stuitte op een verborgen tuin, weggestopt voor nieuwsgierige blikken, waar de bomen geheimen fluisterden en rozen in levendige tinten bloeiden.
Daar, te midden van de rustige schoonheid van de natuur, ontmoette ik hem:Sebastian, een Zwadderich met een ondeugende grijns en ogen die dansten van intelligentie. Zijn aanwezigheid was als een zacht briesje dat de bladzijden van mijn leven in beroering bracht. We spraken urenlang, ons gelach vermengde zich met de ritselende bladeren en de liedjes van krekels.
Terwijl dagen weken werden, merkten Sebastian en ik dat we onafscheidelijk waren. We brachten de ochtenden door aan het meer, betoverd door de glinsterende weerspiegelingen van het kasteel, en de avonden in de bibliotheek, verdiept in boeken die ons leerden over liefde en avontuur. Onze gedeelde liefde voor kennis en onderzoek leidde tot een verbinding die verder ging dan de grenzen van onze respectievelijke huizen.
Ondanks de uitdagingen die Hogwarts onze kant op gooide, bleef Sebastian als een rotsvaste rots staan. Toen duistere krachten de veiligheid van de school bedreigden, gingen we ze samen tegemoet, onze toverstokken verenigd tegen de schaduwen die onze wereld probeerden te verteren. Zijn moed moedigde mij aan, en zijn onwankelbare geloof in mij inspireerde mij om hoogten te bereiken die ik nooit voor mogelijk had gehouden.
Naarmate de jaren op Zweinstein ten einde liepen, werd onze liefde sterker. We dansten op het Kerstbal, onze handen in elkaar verstrengeld, alsof ons hart de melodieën waren die door de grote zaal weefden. En onder de sterrenhemel, met de kasteeltorens als onze stille getuigen, fluisterde Sebastian een woord dat echode met een magische weerklank:''Wil je voor altijd aan mijn zijde lopen als de metgezel van mijn hart?''
Met tranen in mijn ogen sprak ik het oprechte 'Ja' uit dat ons lot bezegelde. En zo werden Amelia en Sebastian, ooit vreemden die elkaar vonden in de betoverde schuilplaatsen van Zweinstein, geestverwanten die voorbestemd waren om hand in hand de reis van het leven te doorkruisen.