- Biedt de benodigde informatie over de setting, tijd, personages en incidenten om het drama te begrijpen.
- Dit is het deel van het verhaal waarin de personages, de setting en het conflict worden geïntroduceerd.
- Het is belangrijk dat het publiek begrijpt in welke wereld ze zich bevinden, wat de doelen van de personages zijn en met welke obstakels ze worden geconfronteerd.
Toenemende actie
- Ontwikkelt het conflict, creëert spanning en verhoogt de spanning.
- Het is het deel van het verhaal waarin het conflict begint te escaleren.
- Dit is waar de personages uitdagingen moeten overwinnen en moeilijke keuzes moeten maken om hun doelen te bereiken.
Climax
- Het keerpunt van het drama waarbij het lot van de hoofdpersoon ten goede of ten kwade verandert.
- Het is het deel van het verhaal waarin alles tot een hoogtepunt komt.
- De protagonist en antagonist komen uiteindelijk tegenover elkaar te staan, en de uitkomst zal het lot van de personages bepalen.
Vallende actie
- Dit deel van het drama leidt tot de oplossing van het conflict
- Het is het deel van het verhaal waarin het conflict wordt opgelost en de personages leren en groeien van hun ervaringen.
- Dit kan inhouden dat de personages samenkomen, of het goedmaken, en begrijpen dat het conflict ervoor heeft gezorgd dat ze ten goede zijn veranderd.
Oplossing
- Biedt het eindresultaat en geeft een gevoel van afsluiting van het stuk
- Het is het deel van het verhaal waarin het conflict wordt opgelost en de personages leren en groeien van hun ervaringen.
- Dit kan inhouden dat de personages samenkomen, of het goedmaken, en begrijpen dat het conflict ervoor heeft gezorgd dat ze ten goede zijn veranderd.