1. Shuffle openen:
- De dans begint met een reeks waarin Michael, gekleed in een rood leren jasje, samen met andere dansers opvallende heupzwaaiende bewegingen uitvoert.
2. Zombie-shuffle:
- Dit is misschien wel het meest iconische deel van de dans. Wanneer de teksten over zombies worden afgespeeld, veranderen de dansers in zombies, schuifelend met gebogen knieën, stijve armen en langzame, gecoördineerde stappen.
3. Armverlenging en grijper:
- Terwijl hij schuifelt als een zombie, is er een moment waarop Michael naar voren springt, zijn arm met een overdreven reikwijdte uitstrekt en de lucht vastgrijpt.
4. Beentrap en snap:
- Een andere kenmerkende beweging uit de dans is een snelle beenschop, gevolgd door een klap met hetzelfde been, waardoor een knallend effect ontstaat.
5. Lichaamsrimpel en spin:
- Michael Jackson laat een golfachtige lichaamsrimpel zien in het refrein, gevolgd door een dynamische spin.
6. Breakdance-beweging:
- Tijdens een deel van het nummer voeren de dansers een breakdance-reeks uit met spins en vloerbewegingen.
7. Robotarmen en lichaamspop:
- Jackson introduceert een robotachtige interpretatie van de dans. Zijn armen worden stijf en hij gebruikt knallende bewegingen om de indruk te wekken van een mechanische entiteit.
8. Synchronisatie en formaties:
- De "Thriller"-dans bestaat uit gesynchroniseerde bewegingen tussen de dansers. Ze voeren complexe formaties uit en spiegelen elkaars stappen.
9. Eindhouding:
- De dans eindigt met de dansers die een 'Thriller'-pose aannemen, geïnspireerd op de horrorfilms uit de jaren vijftig, inclusief een handgebaar nabij het gezicht en een gehurkt lichaam.
Vergeet niet dat dit hoogtepunten zijn van de 'Thriller'-dans, en dat er door de jaren heen variaties en interpretaties kunnen zijn. Het blijft echter een van de meest herkenbare en geïmiteerde dansen in de popcultuur.