Hier zijn enkele veelgebruikte registers die in drama worden gebruikt:
1. Formeel register:
- Gebruikt de juiste grammatica, woordenschat en zinsstructuren.
- Geassocieerd met karakters uit de hogere sociale klassen, gezagsdragers of officiële instellingen.
- Kan ernst, respect, waardigheid of formaliteit in het stuk overbrengen.
2. Informeel register:
- Gebruikt omgangstaal, samentrekkingen en informele uitdrukkingen.
- Geassocieerd met alledaagse gesprekken, vriendelijke dialogen of personages uit lagere sociale klassen.
- Kan een gevoel van realisme, vertrouwdheid of informaliteit creëren.
3. Poëtisch Register:
- Maakt gebruik van figuurlijk taalgebruik, metaforen, vergelijkingen en verheven taalgebruik.
- Geassocieerd met verhoogde emotionele momenten of verhoogd poëtisch effect.
- Kan schoonheid, verbeeldingskracht of verhoogde emoties overbrengen.
4. Dialectregister:
- Weerspiegelt de spraakpatronen en accenten van een specifieke regio of sociale groep.
- Geeft karakters een verschillende identiteit, vergroot het realisme en portretteert culturele diversiteit.
- Kan betrekking hebben op unieke uitspraken, woordenschat en grammatica die specifiek zijn voor een regio.
5. Historisch register:
- Gebruikt taal en uitdrukkingen die passen bij een specifieke historische tijdsperiode.
- Weerspiegelt de stijl van spreken en culturele nuances van het tijdperk dat in het stuk wordt afgebeeld.
- Kan archaïsche woorden, zinsstructuren en zinnen uit de historische periode bevatten.
6. Jargonregister:
- Bevat jargonuitdrukkingen, hedendaags jargon of gespecialiseerde woordenschat.
- Wordt gebruikt om personages uit een specifieke subcultuur, generatie of sociale groep af te beelden.
- Kan modern of periodespecifiek jargon weerspiegelen.
De keuze van het register in drama heeft een aanzienlijke invloed op de algehele toon, karakterisering en reactie van het publiek. Het stelt toneelschrijvers in staat een consistente taalstijl te creëren en de beoogde boodschap effectief over te brengen op het publiek.