Hamartia (tragische fout): De tragische held heeft een tekortkoming of beperking in zijn karakter die uiteindelijk tot zijn ondergang leidt. Deze tekortkoming kan een morele zwakte zijn, een buitensporige hartstocht, overmoed (overmatige trots) of een beoordelingsfout.
Conflict: De tragische held raakt vaak verstrikt in een conflict tussen hun verlangens, doelen of rechtvaardigheidsgevoel en de tegengestelde krachten van het lot, het lot of de samenleving. Dit conflict drijft de acties van de hoofdpersoon en leidt uiteindelijk tot hun tragische ondergang.
Omkering van fortuin (Peripeteia): Het leven van de tragische held neemt een onverwachte en rampzalige wending, die leidt van voorspoed naar tegenspoed. Deze omkering van het lot is een cruciaal keerpunt in het verhaal dat de weg vrijmaakt voor de ondergang van de held.
Ontdekking of herkenning (analyse): Op een bepaald punt in het verhaal komt de tragische held tot een diepgaand besef over zichzelf, zijn daden of zijn lot. Dit moment van herkenning verdiept het lijden van de hoofdpersoon en brengt een moment van zelfbewustzijn teweeg.
Catharsis: Door getuige te zijn van het lijden en de ondergang van de tragische held ervaart het publiek een catharsis, een zuivering van emoties zoals medelijden en angst, wat leidt tot een gevoel van emotionele reiniging en zuivering.
Voorbeelden van tragische helden:
- Oedipus uit Sophocles' "Oedipus Rex"
- Hamlet uit William Shakespeares 'Hamlet'
- Macbeth uit William Shakespeares "Macbeth"
- Antigone uit Sophocles' Antigone
- Faust uit "Faust" van Johann Wolfgang von Goethe
De tragische held is een meeslepende en blijvende figuur in de literatuur omdat ze de menselijke strijd tegen tegenslag, het lot en de onvolkomenheden in zichzelf belichamen. Hun ondergang dient als een waarschuwend verhaal en herinnert ons aan de gevolgen van menselijke zwakheid en de complexiteit van de menselijke conditie.