1. Wanhoop om de macht te behouden: Macbeths eerste daad van het vermoorden van Duncan wordt gedreven door zijn verlangen naar de troon. Nadat hij koning is geworden, wordt hij paranoïde en vreest hij voor zijn positie. Omdat hij potentiële bedreigingen ziet bij de mensen om hem heen, rechtvaardigt hij verdere moorden als noodzakelijk om zijn macht veilig te stellen.
2. Invloed van de heksenprofetieën: Macbeth aarzelt aanvankelijk om Duncan te vermoorden, maar raakt door de profetieën van de heksen ervan overtuigd dat hij koning zal worden. Hij interpreteert hun voorspellingen verkeerd, in de overtuiging dat ze zijn veiligheid en onoverwinnelijkheid garanderen. Deze verkeerde interpretatie voedt zijn daden, waardoor hij gelooft dat hij gruwelijke daden kan begaan zonder gevolgen.
3. Schuld en schaamte: Na de moord op Duncan ervaart Macbeth intense gevoelens van schuld en schaamte. Om deze emoties te verzachten, neemt hij zijn toevlucht tot verder geweld als middel tot zelfbehoud en onderdrukking. Elke nieuwe moord wordt een poging om zijn geweten tot zwijgen te brengen en aan zijn beklijvende herinneringen te ontsnappen.
4. Gebrek aan empathie en moreel kompas: Macbeths ambitie verteert hem zozeer dat hij het contact met zijn morele kompas en menselijke empathie verliest. Hij wordt ongevoelig en onverschillig voor de gevolgen van zijn daden, waarbij hij anderen als obstakels beschouwt in plaats van als individuen met gevoelens.
5. Angst voor gevolgen: Terwijl Macbeth doorgaat met moorden, raakt hij verstrikt in een cyclus van angst en paranoia. Hij is bang dat zijn misdaden ontdekt en bestraft zullen worden, waardoor hij nog meer moorden zal plegen om potentiële bedreigingen of getuigen uit te sluiten.
Uiteindelijk benadrukken Macbeths afdaling in de duisternis en herhaalde moorden de gevaren van ongecontroleerde ambitie en de verwoestende gevolgen van het toestaan dat persoonlijke verlangens morele waarden terzijde schuiven. Zijn karakter dient als een waarschuwend verhaal over de gevolgen van het laten corrumperen en verteren van iemands gevoel voor menselijkheid door macht.