Romeo is een complex personage dat zowel de sterke als de zwakke punten van de menselijke natuur belichaamt. Hij is een gepassioneerde en romantische minnaar, maar hij is ook opvliegend en impulsief. Zijn overhaaste beslissingen leiden vaak tot tragische gevolgen. Hij is echter ook een medelevend en zorgzaam persoon, en hij is in staat tot grote liefde en toewijding.
Het karakter van Romeo is door de eeuwen heen op veel verschillende manieren geïnterpreteerd. Sommige critici hebben hem gezien als een tragische held, terwijl anderen hem hebben gezien als een gebrekkig personage dat zijn eigen ondergang teweegbrengt. Uiteindelijk is de interpretatie van Romeo's personage aan de individuele lezer of kijker.
Hier zijn enkele van de belangrijkste citaten van Romeo in het stuk:
"Maar zacht! Welk licht schijnt daar door het raam?
Het is het oosten en Julia is de zon." (Act II, Scène 2)
‘O, zij leert de fakkels helder branden!
Het lijkt erop dat ze aan de wang van de nacht hangt
Als een rijk juweel in het oor van een Ethiopiër,
Schoonheid te rijk om te gebruiken, voor de aarde te dierbaar!" (Act I, Scène 5)
"Ik geloof u op uw woord:
Noem mij maar lief, en ik zal opnieuw gedoopt worden;
Voortaan zal ik nooit Romeo zijn." (Act II, Scène 2)
"O Romeo, Romeo, waarom ben jij Romeo?
Verloochen uw vader en weiger uw naam,
Of, als je dat niet wilt, wees dan slechts mijn liefde gezworen,
En ik zal niet langer een Capulet zijn." (Act II, Scene 2)
"Dus met een kus sterf ik." (Act V, Scène 3)