Wanneer Creon bijvoorbeeld wordt geconfronteerd met een conflict tussen het gehoorzamen aan een goddelijke wet en een menselijk edict, blijft hij vastbesloten zijn macht te laten gelden, ook al betekent dit dat hij een onschuldige vrouw moet straffen. Dit getuigt van een gebrek aan eerlijkheid en flexibiliteit van de kant van Creon. Bovendien wantrouwt hij zijn zoon Haemon en houdt hij geen rekening met zijn inbreng. Dit duidt op een gebrek aan vertrouwen en zorg voor degenen die dicht bij hem staan. Over het algemeen vertoont Creon meer negatieve dan positieve eigenschappen in het stuk.