1. Plot :De opeenvolging van gebeurtenissen waaruit het verhaal bestaat.
2. Karakters :De mensen en dieren die in het verhaal voorkomen en de actie voortstuwen.
3. Gedachten :De ideeën en reflecties die het drama overbrengt.
4. Dictie :De taal die in het drama wordt gebruikt.
5. Spektakel :De visuele elementen van het drama, zoals decors, kostuums en verlichting.
6. Lied :De muziek en teksten die in het drama worden uitgevoerd.
7. Ritme :Het ritme en het metrum van de taal die in het drama wordt gebruikt.
8. Harmonie :De algemene structuur en eenheid van het drama.
9. Openbaring :Het sleutelmoment in het drama waarop de waarheid wordt onthuld.
Aristoteles geloofde dat deze negen elementen essentieel waren voor het creëren van een succesvol drama. Hij voerde aan dat elk element een cruciale rol speelde bij het betrekken van het publiek en het overbrengen van het verhaal. Hij was bijvoorbeeld van mening dat een sterk plot essentieel was om het publiek geïnteresseerd te houden, terwijl goed ontwikkelde karakters het publiek hielpen om op emotioneel niveau verbinding te maken met het verhaal.
De Negen Elementen van Drama worden al eeuwenlang door toneelschrijvers en scenarioschrijvers gebruikt om succesvolle en boeiende verhalen te creëren. Ze vormen nog steeds een belangrijk onderdeel van de dramatische traditie van vandaag.