1. Ambitieuze Leider:
Caesar wordt voorgesteld als een ambitieuze man met een verlangen naar macht en glorie. Hij heeft vele landen veroverd en militaire triomfen behaald, waardoor hij populair is geworden onder de Romeinse bevolking. Zijn ambitie maakt hem echter ook kwetsbaar voor vleierij en manipulatie.
2. Politieke vaardigheid:
Caesar getuigt van grote politieke vaardigheid en oratorisch vermogen. Hij kan de menigte beïnvloeden met zijn toespraken en ervoor zorgen dat ze zijn agenda volgen. Zijn populariteit en invloed geven hem aanzienlijke macht in Rome.
3. Arrogantie en overmoed:
Caesar vertoont kenmerken van arrogantie en overmoed. Hij gelooft dat hij onoverwinnelijk is en boven kritiek staat. Deze hoogmoed draagt bij aan zijn ondergang, omdat hij de dreiging onderschat die uitgaat van de samenzweerders die tegen hem samenzweren.
4. Bijgeloof en geloof in het lot:
Caesar wordt afgebeeld met bepaalde bijgelovige overtuigingen en een gevoel van naderend onheil. Hij ontvangt tijdens het stuk waarschuwingen en voortekenen, zoals de profetie van de waarzegger om 'op te passen voor de Ides van maart'. Ondanks deze waarschuwingen negeert Caesar ze, waarmee hij zijn trots en geloof in zijn eigen macht demonstreert.
5. Menselijke gebreken:
Caesar wordt afgeschilderd als een complex mens met zowel bewonderenswaardige als gebrekkige eigenschappen. Hij kan grootmoedig en barmhartig zijn tegenover zijn vijanden, maar hij kan ook meedogenloos en sluw zijn als dat nodig is. Het stuk onderzoekt de tegenstrijdigheden en innerlijke conflicten binnen het karakter van Caesar.
Over het geheel genomen presenteert Shakespeare Julius Caesar als een dynamisch en conflicterend individu wiens persoonlijke eigenschappen en politieke ambities de gang van zaken in het verhaal aanzienlijk beïnvloeden.