1. Verhaal: De opeenvolging van gebeurtenissen waaruit het verhaal bestaat.
2. Tekens: De mensen, dieren of dingen die deelnemen aan de actie van het verhaal.
3. Instelling: De tijd en plaats waarin het verhaal zich afspeelt.
4. Dialoog: De gesprekken tussen personages.
5. Conflict: De strijd of botsing tussen tegengestelde krachten.
6. Thema: Het centrale idee of de boodschap van het verhaal.