Wanneer de scène begint, ontmoet Flavius een schoenmaker genaamd Marullus, die zijn vakantiekostuum draagt en zich voorbereidt om deel te nemen aan de festiviteiten. Flavius bekritiseert Marullus omdat hij het decreet van de Senaat negeert en beveelt hem zijn праздничный наряд te verwijderen. Marullus reageert uitdagend, trekt het gezag van de tribunes in twijfel en suggereert dat zij hun grenzen overschrijden door zich te bemoeien met het plezier van de burgers van het festival.
Flavius en Marullus voeren een mondelinge uitwisseling, waarin ze hun frustratie uiten over de minachting van het gewone volk voor de bevelen van de Senaat. Ze klagen dat de burgers het doel en de geschiedenis van het Lupercal-festival zijn vergeten en er een excuus van hebben gemaakt voor losbandig gedrag en dronken feestvreugde.
Ze uiten ook hun bezorgdheid over de groeiende populariteit van Julius Caesar, die na een succesvolle militaire campagne naar Rome zal terugkeren. Ze vrezen dat de populariteit van Caesar kan leiden tot een ineenstorting van de traditionele Romeinse republikeinse waarden en instellingen.
Naarmate de scène vordert, komen Flavius en Marullus een groep burgers tegen die deelnemen aan de Lupercal-vieringen, waaronder een waarzegger die Caesar waarschuwt 'pas op voor de ides van maart'. Ondanks hun inspanningen zijn Flavius en Marullus er niet in geslaagd de burgers ervan te overtuigen zich te verspreiden, en het tafereel eindigt met de tribunes die hun frustratie en bezorgdheid over de staat Rome uiten.