1. Droom over Tybalts geest: Juliet ontwaakt uit een verontrustende droom waarin ze zich Tybalts geest voorstelt, haar vermoorde neef, op zoek naar Romeo in de schaduw. De droom symboliseert Julia's angsten over Romeo's veiligheid en welzijn.
2. De dood van haar en Romeo voorzien: Juliet drukt een griezelig gevoel van vooruitziendheid uit en stelt zich voor dat zij en Romeo door een tragedie zullen worden verteerd:
> "Ik denk dat ik je zie, nu ben je zo laag,
> Als iemand die dood is op de bodem van een tombe."
3. Angst om een levend lijk te worden: Juliet stelt zich voor dat ze een levenloze bruid wordt in een tombe, naast Romeo. Ze beschrijft de gruwel van levend begraven worden, een veel voorkomende angst in de tijd van Shakespeare.
4. Claustrofobie in de kluis: Wanneer broeder Laurence het plan voor Juliet voorstelt om het drankje te drinken, uit ze haar claustrofobie en afkeer om opgesloten te zitten in de donkere en besloten Capulet-kluis.
5. Bezorgdheid over de effecten van het drankje: Hoewel Juliet broeder Laurence vertrouwt, uit ze haar ongerustheid over de effecten van het drankje dat hij haar heeft gegeven. Ze vraagt zich af of het misschien vergif is of dat ze wakker wordt in de kluis voordat Romeo arriveert.
6. Gevoel van het lot: Juliet geeft uiting aan haar geloof in het lot en accepteert dat zij en Romeo voorbestemd zijn voor een tragisch einde:
> "Als al het andere faalt, heb ik de macht om te sterven."
7. Onheilspellende symboliek in de nacht: Juliet associeert de nacht met duisternis, dood en onzekerheid, als symbool van de naderende tragedie.
8. Presentiment van het afscheid: Juliet heeft het intuïtieve gevoel dat zij en Romeo binnenkort gescheiden zullen worden, wat tot haar emotionele problemen zal leiden.
Deze voorgevoelens en onheilspellende voorgevoelens creëren een gevoel van spanning, angst en voorafschaduwing, en dragen bij aan de tragische versie van 'Romeo en Julia'.