Aan het begin van de scène hebben Romeo en Julia de nacht samen doorgebracht, en Romeo moet voor zonsopgang vertrekken om detectie door de familie Capulet te voorkomen.
Zoals Romeo opmerkt over het naderen van de ochtend nadat hij de leeuwerik heeft gehoord, denkt Juliet dat hij doelt op de nachtegaal, een vogel die doorgaans wordt geassocieerd met passie, liefde en melancholie. Ze zegt dat het geluid in werkelijkheid de nachtegaal is en niet de leeuwerik, en probeert Romeo ervan te overtuigen te blijven.
Romeo houdt echter vol dat het inderdaad de leeuwerik is, die de komst van de dag symboliseert, en dat hij moet gaan. Zijn verwijzing naar de leeuwerik onderstreept de realiteit van de situatie en de noodzaak om uit elkaar te gaan.
Het lied van de leeuwerik luidt het einde van de nacht in en herinnert aan de harde realiteit die de liefde tussen Romeo en Julia bedreigt. Het symboliseert de beperkingen en beperkingen die aan hun romance worden opgelegd en is een voorafschaduwing van de tragische gebeurtenissen die hen zullen overkomen.