* Fysiek: Duwen, slaan, duwen, schoppen, voorwerpen gooien
* Emotioneel: Huilen, schreeuwen, schreeuwen, pruilen, mokken
* Sociaal: Roddelen, geruchten verspreiden, iemand uitsluiten van een groep, iemand een ongemakkelijk gevoel geven
* Structureel: Discriminatie, ongelijkheid, onderdrukking, uitbuiting, geweld
* Psychologisch: Gaslighting, manipulatie, hersenspelletjes, emotioneel misbruik