Enkele van de specifieke groepen mensen die de toneelstukken van Shakespeare bijwoonden, waren onder meer:
* Adel en adel: Dit waren de meest welvarende leden van de samenleving, en ze hadden vaak hun eigen privéloges in het theater.
* Handelaars en handelaren: Dit waren leden van de middenklasse die betrokken waren bij de handel.
* Advocaten en artsen: Dit waren ook leden van de middenklasse die een professionele carrière hadden.
* Ambachtslieden en ambachtslieden: Dit waren leden van de lagere klassen die in geschoolde beroepen werkten.
* Bedienden en arbeiders: Dit waren de armste leden van de samenleving, en ze moesten vaak in de "erf" of "put" van het theater staan.
De toneelstukken van Shakespeare waren populair bij al deze groepen omdat ze een unieke vorm van entertainment boden die een breed scala aan interesses kon aanspreken. De toneelstukken waren vaak gevuld met humor, tragedie en romantiek en boden een ontsnapping aan de dagelijkse realiteit van het leven.