1. Plannen en organiseren :
Organiseren is het proces van het structureren van de organisatie en haar middelen om haar doelstellingen te bereiken. Het gaat om het creëren van een hiërarchie, het definiëren van rollen en verantwoordelijkheden en het toewijzen van middelen. Organisatie is gebaseerd op de plannen die zijn ontwikkeld in de planningsfase van het management.
2. Controle en monitoring :
Controle is het proces waarbij de daadwerkelijke prestaties worden gemonitord en geëvalueerd ten opzichte van gestelde doelen en indien nodig corrigerende maatregelen worden genomen. Controle omvat het meten van de prestaties, het vergelijken ervan met normen en het maken van eventuele aanpassingen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden bereikt.
3. Besluitvorming :
Het organiseren en controleren van beide vereist besluitvorming. Bij het organiseren worden beslissingen genomen over hoe de organisatie moet worden gestructureerd, middelen moeten worden toegewezen en banen moeten worden ontworpen. Bij het controleren worden beslissingen genomen over prestatienormen, monitoringmethoden en corrigerende maatregelen.
4. Prestatie-evaluatie :
Controleren omvat prestatie-evaluatie, waarbij wordt beoordeeld hoe goed een organisatie of individu haar doelen bereikt. Deze informatie wordt gebruikt om aanpassingen door te voeren en de prestaties te verbeteren, wat vervolgens wordt meegenomen in het plannings- en organisatieproces.
5. Feedbacklus :
Controleren geeft feedback aan de organiserende functie. Wanneer de prestaties worden geëvalueerd en vergeleken met gestelde doelen, kunnen eventuele afwijkingen worden geïdentificeerd en aangepakt door middel van veranderingen in de structuur, processen of toewijzing van middelen van de organisatie.
6. Efficiëntie en effectiviteit :
Zowel organiseren als controleren dragen bij aan de algehele efficiëntie en effectiviteit van de organisatie. Organiseren zorgt ervoor dat middelen op de juiste manier worden toegewezen en gebruikt, terwijl controleren ervoor zorgt dat de organisatie volgens plan functioneert en indien nodig corrigerende maatregelen neemt om op koers te blijven.
Samenvattend zijn organiseren en controleren onderling verbonden managementfuncties. Organiseren bepaalt de structuur en het raamwerk voor de organisatie, terwijl controleren de prestaties bewaakt en aanpassingen doorvoert om ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden bereikt. Deze functies zijn essentieel voor het bereiken van de bedrijfsdoelen en het behouden van een soepele en effectieve werking.