De latentiefase is de derde fase in Sigmund Freuds psychoseksuele theorie over persoonlijkheidsontwikkeling. Het komt voor tussen het fallische stadium (3 tot 6 jaar) en het genitale stadium (12 tot 18 jaar). Tijdens de latentiefase worden seksuele impulsen grotendeels onderdrukt en richten kinderen hun energie op het ontwikkelen van andere vaardigheden en interesses, zoals sociale vaardigheden, academische vaardigheden en creatieve vermogens.
Tijdens deze fase doen kinderen doorgaans het volgende:
- Focus op het ontwikkelen van sociale vaardigheden, zoals vriendschap en samenwerking.
- Ontwikkel een sterk gevoel voor goed en kwaad.
- Word onafhankelijker en zelfredzamer.
- Ontwikkel een gevoel voor ijver en prestatie.
- Ontwikkel een gevoel voor initiatief.
- Ontwikkel een gevoel van identiteit.
Freud geloofde dat de succesvolle voltooiing van de latentiefase essentieel was voor een gezonde ontwikkeling van volwassenen. Individuen die in dit stadium fixeren, kunnen problemen ondervinden bij het aangaan van intieme relaties en kunnen te rigide en inflexibel zijn in hun denken en gedrag.