- Breng emoties, acties en reacties over, voornamelijk via lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen.
Gebaar :
- Duidelijke en overdreven handgebaren om intenties, emoties of acties uit te drukken.
Beweging :
- Expressieve en precieze lichaamsbewegingen om verhalen te vertellen en karaktereigenschappen over te brengen.
Lipbeweging :
- Gecontroleerde mond- en lipbewegingen om dialoog en emoties aan te geven.
Pantomime :
- Vaardig in fysieke handelingen die echte acties of objecten nabootsen zonder rekwisieten of zichtbare uitrusting.
Gezichtsacteren :
- Breng vakkundig een scala aan emoties over via genuanceerde gezichtsuitdrukkingen.
Lichaamstaal :
- Gebruik fysieke houding en houding om emoties en karaktereigenschappen over te brengen.
Oogcontact :
- Boeiend en emotioneel oogcontact om verbinding te maken met het publiek.
Improvisatie :
- Aanpassen en improviseren tijdens optredens, vooral als het om onverwachte situaties gaat.
Timing :
- Nauwkeurige timing voor een komisch of dramatisch effect.
Communicatievaardigheden :
- Sterke interpersoonlijke en communicatieve vaardigheden om samen te werken met regisseurs, cinematografen en crew.
Empathie :
- Begrijp en portretteer de emoties en motivaties van personages op authentieke wijze.
Podiumaanwezigheid :
- Commando aandacht en aanwezigheid, zelfs zonder gesproken dialoog.
Technische aanpassing :
- Mogelijkheid om zich aan te passen aan technische nuances, zoals camerahoeken, belichting en ingestelde beperkingen, om stille uitvoeringen te verbeteren.
Samenwerking :
- Werk samen met andere castleden, regisseurs en crew om een samenhangende en effectieve stomme filmvoorstelling te bereiken.