Een van de belangrijkste pioniers van fysiek theater wordt beschouwd als de Russische regisseur Vsevolod Meyerhold, die begin 20e eeuw het concept van 'biomechanica' ontwikkelde. Het werk van Meyerhold was gericht op het trainen van acteurs om hun lichaam expressief en nauwkeurig te gebruiken om emoties, ideeën en verhalen over te brengen. Zijn aanpak beïnvloedde veel latere theaterbeoefenaars en hielp bij het leggen van de basis voor fysiek theater als een aparte vorm.
Een andere invloedrijke figuur in de ontwikkeling van fysiek theater is Jacques Lecoq, een Franse acteur, docent en regisseur. Lecoq richtte in Parijs de École Internationale de Théâtre Jacques Lecoq op, die een gerenommeerd centrum werd voor het opleiden van acteurs in fysiek theater. Lecoq's aanpak benadrukte het gebruik van mime, maskerwerk en improvisatie om fysieke en creatieve vaardigheden te ontwikkelen.
Andere opmerkelijke bijdragen aan de ontwikkeling van fysiek theater zijn onder meer:
* Jerzy Grotowski, een Poolse theaterregisseur die bekend staat om zijn onderzoek naar de fysieke en emotionele aanwezigheid van de acteur op het podium.
* Eugenio Barba, een Italiaanse theaterregisseur en theoreticus die het Odin Teatret in Denemarken oprichtte, met de nadruk op interculturele theaterpraktijken en acteurstraining.
* Pina Bausch, een Duitse choreografe en danseres die elementen van fysiek theater in haar dansproducties verwerkte.
Onder andere deze individuen speelden een belangrijke rol bij het vormgeven en populariseren van fysiek theater als een aparte vorm van theatrale expressie die de nadruk legt op lichamelijkheid, beweging en het lichaam van de uitvoerder als centraal in de artistieke ervaring.