1. Fysieke komedie: Zowel commedia dell'arte als pantomime zijn sterk afhankelijk van fysieke komedie om het publiek te vermaken. Dit omvat slapstick-humor, pratfalls, overdreven gebaren en mimetische bewegingen.
2. Standaardkarakters: Zowel commedia dell'arte als pantomime gebruiken standaardkarakters, of terugkerende karaktertypen, om verschillende sociale typen en persoonlijkheidskenmerken te vertegenwoordigen. In de commedia dell'arte omvatten deze standaardpersonages Pantalone, de gierige oude man; Arlecchino, de ondeugende bediende; en Colombina, de slimme meid. In pantomime omvatten standaardpersonages de clown, de dame en de slechterik.
3. Improvisatie: Commedia dell'arte en pantomime brengen beide een zekere mate van improvisatie met zich mee. In commedia dell'arte improviseren acteurs vaak dialoog en actie op basis van een scenario, of basisoverzicht, van het verhaal. In pantomime improviseren artiesten fysieke bewegingen en gebaren om betekenis over te brengen.
4. Publieksparticipatie: Commedia dell'arte en pantomime moedigen beide de deelname van het publiek aan. In commedia dell'arte hebben acteurs vaak directe interactie met het publiek, waarbij ze de vierde muur doorbreken en het publiek uitnodigen om deel te nemen aan de voorstelling. In pantomime wordt het publiek vaak aangemoedigd om mee te doen met klappen, zingen en andere vocale reacties.
5. Sociaal commentaar: Zowel commedia dell'arte als pantomime kunnen worden gebruikt om sociaal commentaar en satire over te brengen. In commedia dell'arte gebruiken acteurs hun optredens vaak om de draak te steken met sociale conventies, politieke figuren en andere aspecten van de samenleving. In pantomime gebruiken artiesten fysieke humor en overdrijving om commentaar te geven op sociale kwesties en actuele gebeurtenissen.
Over het geheel genomen zijn commedia dell'arte en pantomime twee theatrale vormen die veel overeenkomsten vertonen in het gebruik van fysieke komedie, standaardpersonages, improvisatie, publieksparticipatie en sociaal commentaar. Hoewel ze een verschillende oorsprong en traditie hebben, hebben beide vormen een aanzienlijke impact gehad op de ontwikkeling van theater en worden ze nog steeds gewaardeerd door publiek over de hele wereld.