Loyaliteit aan familie:
Ismene is zeer loyaal aan haar familie, vooral aan haar zus Antigone. Ondanks dat ze zich bewust is van de risico's die dit met zich meebrengt, staat ze aan de zijde van Antigone en steunt ze haar in haar beslissing om hun overleden broer Polyneices te begraven, tegen het bevel van koning Creon in.
Gedeeld lot en schuldgevoel:
Ismene voelt een diep gevoel van schuld en schaamte omdat hij niet actief heeft deelgenomen aan Antigone's plan om Polyneices te begraven. Ze is van mening dat ze de last van de taak had moeten delen en samen met haar zus de gevolgen had moeten dragen.
Conflicterende plichten:
De gezinsoriëntatie van Ismene wordt in strijd gebracht met haar verplichtingen tegenover de staat en de wet. Ze begrijpt dat het negeren van de bevelen van de koning als verraad wordt beschouwd, maar ze heeft er moeite mee om deze plicht voorrang te geven boven haar loyaliteit aan haar familie.
Bereidheid om op te offeren:
Wanneer Antigone vanwege haar daden ter dood wordt veroordeeld, aarzelt Ismene aanvankelijk om zich in haar lot te voegen. Naarmate het stuk vordert, komt ze echter in het reine met het idee om de straf van haar zus te delen, waarmee ze haar ultieme toewijding aan familiebanden demonstreert.
Gedeeld lot:
In sommige interpretaties van het stuk wordt Ismene's toewijding aan haar familie afgeschilderd als een gedeeld lot. Ismene's leven raakt onlosmakelijk verbonden met dat van Antigone, en uiteindelijk kiest ze ervoor haar lot te delen in plaats van zonder haar zus te leven.