Bruno is vooral gefascineerd door Pavel omdat hij vaak naar het huis van de commandant wordt gestuurd om de rapporten van zijn vader te bezorgen. Tijdens zo’n bezoek merkt Bruno dat Pavel zich anders gedraagt. In plaats van zijn gebruikelijke opgewekte houding bespeurt Bruno een vleugje wanhoop en angst.
Nieuwsgierigheid brengt Bruno ertoe Pavel van dichterbij te observeren. Hij is getuige van een schokkend incident waarbij de zoon van de commandant, Kurt, Pavel mishandelt en een bord naar hem gooit. Pavel wordt gedwongen zich overvloedig te verontschuldigen, terwijl de commandant het gedrag van zijn zoon negeert. Bruno is zowel geschokt als bedroefd door de wrede behandeling die hij Pavel ziet ondergaan.
Ondertussen zet Bruno zijn vriendschap met Shmuel voort. Hij besluit een stuk brood uit zijn eigen keuken te halen en te delen met zijn nieuwe vriend. Bruno brengt het brood naar het hek op hun geheime ontmoetingsplek, maar Shmuel aarzelt om het aan te nemen, uit angst in de problemen te komen. Uiteindelijk overtuigt Bruno Shmuel ervan om het te accepteren, en ze delen het brood samen.
Door het hele hoofdstuk heen begint Bruno te begrijpen dat het leven in het concentratiekamp niet is zoals de volwassenen het hebben voorgesteld. Hij begint de gezagsdragers in zijn leven in twijfel te trekken en ontwikkelt empathie voor degenen die onderworpen zijn aan wreedheid en onrecht.