Hier zijn enkele opmerkelijke aspecten van de toon in Antony's toespraak:
Emotionele aantrekkingskracht: Antony gebruikt pathos en doet een beroep op de emoties van het publiek om hun sympathie en steun te winnen. Hij benadrukt de deugden van Caesar, beschrijft zijn vrijgevigheid en prestaties, en portretteert hem als een welwillende leider die zorgde voor het welzijn van het volk.
Retorische vragen: Antony stelt een reeks retorische vragen om het publiek te betrekken en hen te laten nadenken over de implicaties van Caesars dood. Deze vragen stellen de motieven en acties van de samenzweerders ter discussie, wat hun egoïsme en gebrek aan zorg voor het volk impliceert.
Ironie en sarcasme: Antony gebruikt ironie en sarcasme om de hypocrisie van de samenzweerders en van Brutus in het bijzonder bloot te leggen. Hij noemt ze ‘eervolle mannen’, terwijl hij op subtiele wijze hun ware bedoelingen en de gevolgen van hun daden onthult.
Herhaling: Antony herhaalt gedurende de hele toespraak sleutelzinnen en ideeën om de nadruk te leggen en zijn argumenten kracht bij te zetten. De herhaling van "Brutus is een eervolle man" is bijzonder effectief om de veronderstelde adel van Brutus te benadrukken en tegelijkertijd twijfel te zaaien over zijn daden.
Aanzetten tot actie: Antony gebruikt krachtige taal en gepassioneerde voordracht om het publiek tot actie aan te zetten. Hij doet een beroep op hun gevoel van loyaliteit, patriottisme en eer en spoort hen aan de dood van Caesar te wreken en in opstand te komen tegen de samenzweerders.
Over het geheel genomen wordt de toon van de toespraak van Marcus Antonius in Julius Caesar gekenmerkt door zijn overtuigende en opruiende karakter. Antony's bekwame gebruik van emotionele oproepen, retorische technieken en de manipulatie van taal stelt hem in staat de emoties van de menigte te manipuleren en hen in de richting van de gewenste handelwijze te drijven:de zaak van Caesar steunen en zich tegen zijn moordenaars verzetten.