- Kinderen leren taal door blootstelling aan en interactie met hun omgeving, inclusief interacties met verzorgers, leeftijdsgenoten en andere individuen.
- Taalverwerving omvat verschillende stadia, zoals brabbelen, uitingen van één woord, combinaties van twee woorden en uiteindelijk complexere zinnen.
- Kinderen hebben de neiging hun moedertaal/talen op natuurlijke wijze en zonder expliciete instructie te verwerven.
- Taalverwerving wordt beïnvloed door zowel biologische factoren, zoals de ontwikkeling van de hersenen, als omgevingsfactoren, zoals sociale en culturele interacties.
- Kinderen vertonen een opmerkelijk vermogen om taal te leren en te gebruiken, wat blijk geeft van creativiteit en flexibiliteit in hun taalontwikkeling.