1. Structuur:
Shakespeareaans sonnet: Bestaat uit 14 regels, doorgaans verdeeld in vier kwatrijnen (strofes van vier regels) en een laatste couplet (strofe van twee regels). Het rijmschema volgt het patroon ABAB CDCD EFEF GG.
Petrarchisch sonnet: Bestaat eveneens uit 14 regels maar is verdeeld in een octaaf (acht regels) en een sextet (zes regels). Het rijmschema is typisch ABBA ABBA CDCDCD of CDECDE.
2. Thema en toon:
Shakespeareaans sonnet: Onderzoekt een breed scala aan thema's, waaronder liefde, vriendschap, schoonheid, sterfelijkheid en de aard van poëzie zelf. De toon kan variëren, van licht en speels tot serieus en contemplatief.
Petrarchisch sonnet: De nadruk ligt vaak op onbeantwoorde of onbereikbare liefde, waarbij de spreker bewondering, verlangen en verdriet uitdrukt. De toon neigt meer verheven en geïdealiseerd te zijn.
3. Taal en beeldspraak:
Shakespeareaans sonnet: Maakt gebruik van een rijke en gevarieerde woordenschat, inclusief woordspelingen, woordspelingen en stijlfiguren zoals metaforen, vergelijkingen en personificaties. Beeldspraak is vaak levendig en sensueel.
Petrarchisch sonnet: Bekend om zijn elegante en gepolijste taalgebruik, met een ingetogener gebruik van figuratief taalgebruik. Beeldspraak is vaak symbolischer en abstracter.
4. Volta:
Shakespeareaans sonnet: Bevat vaak een verschuiving of "volta" in het derde kwatrijn, waarbij het perspectief of de toon van de spreker verandert, of een nieuw idee wordt geïntroduceerd.
Petrarchisch sonnet: Heeft ook een volta, maar deze komt meestal voor tussen het octaaf en het sextet en markeert een overgang in gedachten of emoties.
5. Culturele en historische context:
Shakespeareaans sonnet: Ontstond tijdens de Engelse Renaissance, beïnvloed door de Italiaanse sonnettraditie, maar ontwikkelde verschillende kenmerken.
Petrarchisch sonnet: Ontstaan in Italië in de 14e eeuw, geassocieerd met de poëzie van Petrarca (Francesco Petrarca) en werd een prominente vorm in de Europese literatuur.
Hoewel Shakespeare- en Petrarca-sonnetten enkele overeenkomsten vertonen wat betreft structuur en doel, verschillen ze in hun specifieke patronen, thema's, taal en culturele context.