- Zicht:"Twee huishoudens, beide gelijk in waardigheid, in het mooie Verona, waar we ons toneel opstellen"
- Geluid:"Wanneer hij zal sterven, neem hem dan en snij hem uit in kleine sterren, en hij zal het aangezicht van de hemel zo mooi maken dat de hele wereld verliefd zal zijn op de nacht en de opzichtige zon niet zal aanbidden."
- Geur:"Wat zit er in een naam? Dat wat wij met een ander woord een roos noemen, zou net zo zoet ruiken."
- Smaak:"O, ze leert de fakkels helder branden! Het lijkt erop dat ze aan de wang van de nacht hangt als een rijk juweel in het oor van een Ethiopiër."
- Aanraking:"Mijn lippen, twee blozende pelgrims, staan klaar om die ruwe aanraking glad te strijken met een tedere kus."
Door zintuiglijke taal te gebruiken roept Shakespeare levendige beelden op en betrekt hij de zintuigen van de lezer, waardoor deze het stuk op een dieper niveau kan ervaren.