Voorbereiding :
1. Kies een geschikte locatie: Sarung banggi wordt traditioneel uitgevoerd in een open ruimte zoals een veld of een podium. Zorg ervoor dat de ruimte vrij is en voldoende ruimte biedt voor de dansbewegingen.
2. Draag geschikte kleding: De dansers moeten losse, comfortabele kleding dragen die vloeiende bewegingen mogelijk maakt. Traditionele Maleisische kostuums, zoals de baju kurung of kebaya, worden vaak gedragen tijdens sarung banggi-optredens.
3. Muziek: Sarung banggi wordt doorgaans begeleid door traditionele Maleisische muziek, gespeeld met instrumenten als de kompang (in de hand gehouden Maleisische drums), gong en serunai (Maleisische hobo). De muziek bepaalt het tempo en het ritme van de dans.
Basisbewegingen:
1. De wandeling (Langkah Banggi):
- De dans begint met het synchroon lopen van de dansers, waarbij ze de langzame en gestage stappen van een vliegende vos imiteren. De voeten moeten hoog worden opgetild en zachtjes op de grond worden geplaatst, afwisselend met de rechter- en linkervoet.
2. Het klapperen (Kepak Kepak):
- Naarmate de dans vordert, beginnen de dansers met hun armen te wapperen, wat lijkt op de flapperende vleugels van een vliegende vos. De armbewegingen moeten overdreven zijn, met gebogen ellebogen en open handen.
3. Het zweefvliegen (Terbang Layang):
- Bij de glijdende beweging strekken de dansers hun armen uit en kantelen hun lichaam lichtjes opzij, waardoor de glijdende beweging van een vliegende vos wordt nagebootst. De armen moeten sierlijk bewegen in een golfachtige beweging.
4. De hoofdkanteling (Geleng Kepala):
- Tijdens het glijden kantelen de dansers hun hoofd heen en weer, waarbij ze de hoofdbewegingen van vliegende vossen imiteren. Dit voegt een element van charme en speelsheid toe aan de dans.
5. De snelle flappen (Kepak Pantas):
- De dans wordt intenser naarmate de dansers het klapperen van hun armen versnellen, wat een gevoel van urgentie en opwinding overbrengt. De armbewegingen worden sneller, wat lijkt op de snelle vlucht van vliegende vossen.
6. De laatste zweefvlucht (Terbang Layang Akhir):
- De dans bereikt zijn hoogtepunt met de laatste glijvlucht. De dansers strekken hun armen wijd uit, kantelen hun lichaam en maken een sierlijke buiging, wat de sierlijke landing van een vliegende vos symboliseert.
Geavanceerde bewegingen (optioneel):
1. De sprong (Loncatan):
- Gevorderde dansers kunnen sprongen of sprongen in de dans verwerken, waardoor een acrobatisch element wordt toegevoegd. Deze sprongen imiteren de plotselinge vluchtvluchten die vliegende vossen vertonen wanneer ze geschrokken of bedreigd worden.
2. De druppel (Jatuh):
- Bij de val vallen de dansers plotseling op de grond, wat het vermogen van de vliegende vossen vertegenwoordigt om snel af te dalen en te landen. Deze beweging vereist flexibiliteit en coördinatie.
3. De cirkelformatie:
- Bij grotere voorstellingen kunnen de dansers cirkels vormen, die lijken op een zwerm vliegende vossen. De cirkels breiden uit en krimpen in, waardoor een dynamisch visueel effect ontstaat.
Prestaties:
1. Oefenen:
- Grondige oefening is essentieel om de ingewikkelde bewegingen en coördinatie van sarung banggi onder de knie te krijgen. Dansers moeten regelmatig repeteren om een vlekkeloze uitvoering te bereiken.
2. Expressie:
- Sarung banggi gaat niet alleen over de treden; het vereist ook dat dansers de speelse en raadselachtige aard van vliegende vossen uitdrukken. Gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal moeten de kenmerken van het dier overbrengen.
3. Groepsynchronisatie:
- Wanneer Sarung Banggi als groep wordt uitgevoerd, moet deze gesynchroniseerde bewegingen laten zien. De acties van de dansers moeten nauwkeurig en samenhangend zijn om een visueel boeiend spektakel te creëren.
Sarung banggi is een opmerkelijke dans die cultureel erfgoed, verhalen vertellen en artistieke interpretatie combineert. Het viert de schoonheid van de wezens van de natuur en toont tegelijkertijd de gratie, behendigheid en creativiteit van de dansers.