Wat beschrijft Shakespeare in sonnet 73?
Shakespeare beschrijft zichzelf in Sonnet 73 als ‘die tijd van het jaar kun je in mij aanschouwen / Wanneer gele bladeren, of geen, of weinigen, hangen / Op die takken die schudden tegen de kou, / Kale verwoeste koren, waar laat de lieve vogels zongen." Deze beelden suggereren dat Shakespeare zich in de winter van zijn leven bevindt en dat zijn creatieve krachten beginnen af te nemen. Hij vergelijkt zichzelf met een boom die zijn bladeren heeft verloren, en met een koor dat stil is geworden. Dit suggereert dat hij een gevoel van verlies en spijt voelt, en dat hij zich ervan bewust is dat zijn tijd bijna op is. Het gedicht bevat echter ook een toon van verzet. Shakespeare beweert dat hij niet zal toegeven aan wanhoop, en dat hij zelfs ondanks tegenspoed poëzie zal blijven creëren. Dit duidt erop dat hij nog steeds vastbesloten is om het beste uit de resterende tijd te halen, en dat hij vertrouwen heeft in zijn vermogen om werk van blijvende waarde te produceren.