- De eerste toon (ˉ) wordt uitgesproken met een hoge toon vanaf het begin tot het einde van de lettergreep, en duidt vaak op een neutrale of normale uitspraak.
- De tweede toon (ˊ) begint laag en stijgt dan, vergelijkbaar met de stijgende intonatie op een verbaasde toon in het Engels. Het impliceert meestal vragen of onzekerheid.
- De derde toon (ˇ) begint met een lage toon, stijgt dan halverwege en daalt dan, waardoor een licht dip-en-rise-patroon ontstaat. Deze toon brengt vaak een nieuwsgierige, verbaasde of nieuwsgierige toon over.
- De vierde toon (ˋ) begint hoog en daalt abrupt in toonhoogte, waardoor een scherpe, beslissende toondaling ontstaat. Het suggereert bevelen of sterke emoties, zoals verrassing of woede.