Deze zin wordt vaak geïnterpreteerd als Hamlet's manier om Ophelia te vertellen dat ze non moet worden en afstand moet doen van haar seksualiteit. Als Hamlet wist dat Polonius luisterde, was het misschien de bedoeling dat hij deze zin zou horen als een manier om hem te waarschuwen dat hij niet langer de controle over Ophelia's leven moest proberen te krijgen. Polonius is tenslotte het personage dat de ontmoeting van Ophelia en Hamlet regelt, en het is ook waarschijnlijk dat hij degene is die Ophelia vertelt Hamlet af te wijzen.
Andere mogelijke regels die Hamlet Polonius graag wil laten horen zijn:
- "Ik ben maar gek op noord-noord-west. Als de wind zuidelijk is, kan ik een havik van een handzaag onderscheiden." (Act 2, Scène 2)
- "Zijn of niet zijn, dat is de vraag" (Act 3, Scène 1).
- "Het stuk is het ding / waarin ik het geweten van de koning zal vangen." (Act 2, Scène 2).