2. Ze was een onbevreesde leider, die nooit een uitdaging uit de weg ging.
3. De onverschrokken ontdekkingsreiziger reisde naar de meest afgelegen uithoeken van de aarde op zoek naar avontuur.
4. Het onbevreesde kind aarzelde niet om zich tegen de pestkop te verzetten, ook al was hij veel groter.
5. De onverschrokken soldaat riskeerde zijn leven op het slagveld om zijn land te beschermen.