Spraakfiguren zijn literaire apparaten die worden gebruikt om een specifiek effect te creëren of een bepaald punt te benadrukken. Ze omvatten het gebruik van woorden of zinnen op een niet-letterlijke manier.
conjuncties , aan de andere kant, zijn grammaticale woorden die woorden, zinnen of clausules verbinden. Ze worden gebruikt om een specifieke grammaticale relatie te creëren tussen de elementen die ze verbinden.
Hier is een voorbeeld:
* spraakfiguur: "De zon was een gigantische oranje bal in de lucht." (Dit gebruikt een vergelijking om de zon met een bal te vergelijken.)
* conjunctie: "De zon is helder, en De lucht is blauw. "(De conjunctie" en "verbindt twee onafhankelijke clausules.)
Conjuncties maken dus deel uit van grammatica, terwijl spraakfiguren deel uitmaken van de literaire stijl.